Twentse Tiramisu, oftewel Arretjestaart
Benodigdheden Voor de bodem 3 eieren 150 gram bruine basterdsuiker 50 gram (echte) cacao 100 gram roomboter 200 gram (maria)biscuits in stukjes (in een theedoek fijnmaken)
Voor de vulling 400 gram slagroom schepje suiker 400 gram monchou (voor koude gerechten) 100 gram witte basterdsuiker zeefje met cacao als garnering
De bodem Klop de eieren met de suiker. Voeg lepel voor lepel de cacao toe. Verwarm intussen de boter in een steelpan tot het vloeibaar is. Laat het enigszins afkoelen. Voeg de boter toe aan het mengsel en roer de stukjes biscuit er door. Giet het mengsel over in een taartvorm bekleed met bakpapier. Zet de taartbodem in de koelkast en begin met het maken van de vulling.
De vulling Klop de slagroom met een schep suiker goed stijf. Klop in een andere kom de monchou met de basterdsuiker goed los. Schep vervolgens de slagroom beetje bij beetje door de monchou.
Haal de taartbodem uit de koelkast en bekleed deze met het monchoumengsel. Bestrooi de taartpunten voor het serveren (met behulp van een zeefje of strooier) met een laagje cacao. |